BRAVOK motor en scooter controlepunten voor aanvang van het rijden

Wat betekent BRAVOK?

Iedere letter staat voor één of meerdere punten die je voor aanvang van je motorrit dient te controleren. Dit is uiteraard voor je eigen veiligheid. Het is een ezelsbruggetje om te onthouden welke punten je voor je motorrit dient te controleren.

Bij het woord BRAVOK betekenen de letters het volgende:

B: banden en brandstof
R: remmen
A: accu
V: verlichting en vering
O: olie
K: ketting en koeling

Deze controlepunten zijn belangrijk te controleren voordat je gaat rijden!

BRAVOK B - BANDEN EN BRANDSTOF

BANDEN

Controlepunten:

• Moeten voldoende op spanning zijn. Dit kun je in het instructieboekje van de betreffende motor vinden.
• Voldoende profiel. Profiel dient voor afvoer van vuil en water. Wettelijk is het minimum 1 mm (slijtage indicatoren).Verstandig is om met niet minder dan 2 mm profiel te gaan rijden
• Niet uitgedroogd (scheurtjes in de band)
• Geen steentjes of glas (deze verwijderen). Spijkers en schroeven laten zitten en bij de motorzaak laten verwijderen. Geen grove beschadigingen aan de band.
• Gelijke slijtage over het gehele loop vlak
• Ventiel dop aanwezig. Deze dient om het ventiel te beschermen tegen roest, vocht en indringen van vuil. Door de centrifugaal kracht kan het vuil juist bij hoge snelheid het ventiel indrukken waardoor de band kan leeglopen.

BRANDSTOF

Zit er nog voldoende brandstof in de tank. De wat oudere motoren hebben een reservestand op de benzine kraan. Tegenwoordig hebben de motoren een benzine meter of er gaat een waarschuwingslampje branden, dan zitten er nog enkele liters brandstof in de tank. Kijk in je instructie boekje hoeveel benzine je dan nog over hebt en zoek zo snel mogelijk een benzinepomp op.

BRAVOK - R Remmen

De controle punten voor de remmen zijn:

• Beide remmen werken hydraulisch, d.w.z. door middel van remvloeistof.
• Vloeistofniveaus controleren van de voor- en achterrem. Er mag  een luchtbel zichtbaar zijn boven de vloeistof, echter niet onder het minimum niveau want dan ontstaat het risico dat er lucht in de leidingen komt.
• Daling van het niveau kan het gevolg van slijtage van de remblokken zijn, of door lekkage van de leidingen. Om lekkage te voorkomen aan de leidingen is het belangrijk dat de leiding zo bevestigd is dat  waar deze de motor kan raken de leiding voorzien is van een extra mantel. Bij lekkage verliest de motor zijn remmende werking doordat geen rem druk kan worden opgebouwd.
• remschijven visueel controleren op gelijkmatige slijtage. De remblokken moeten ook visueel gecontroleerd worden op slijtage.

Controle punten van de ABS:

• Lampje op dashboard brand bij starten en dient uit te gaan wanneer er ca 10 km/h gereden wordt. 

BRAVOK A - ACCU

Controlepunten accu:

• De accu moet deugdelijk bevestigd zijn
• Vloeistof niveau controleren en indien nodig aanvullen met gedestilleerd water. Bij een onderhoudsvrije accu is dit niet nodig.
• Controleren of de accupolen niet geoxideerd zijn (bloemkool vorming) Oxidatie kan voorkomen worden door de polen van de accu in te vetten met zuurvrije Vaseline.
• Controleer of het overloop slangetje goed gemonteerd zit en het evt. accuzuur niet over de frame delen kunnen lopen. Bij een onderhoudsvrije accu is er geen overloop slangetje.

BRAVOK V - Vering en verlichting

VERING

Controlepunten vering:

• De vering moet voor en achter schoon zijn en geen lekkage vertonen. De demping mag geen lekkage vertonen. dit is duidelijk te herkennen bij de oliekeringen aan de voorvork. Daar zal bij lekkage olie uit de voorvork komen.
• De meeste motoren zij uitgerust met een enkel instelbare achter-schokbreker. Oudere motoren hebben meestal 2 schokbrekers (stereo dempers).
• Aandachtspunt: Voor de achtervering is het verstandig om te weten wat de stelmogelijkheden zijn i.v.m. een passagier of bagage. Bij het rijden met een passagier en/of bagage is het voor de stabiliteit namelijk beter als de achter veren wat stugger zijn afgesteld. Raadpleeg voor de afstelmogelijkheden het instructieboek van de betreffende motor.

VERLICHTING

Voor en achterrem hebben een aparte schakelaar deze dienen ieder onafhankelijk  van elkaar het remlicht aan te sturen. Richtingaanwijzers links, rechts, voor en achter worden gecontroleerd, werking van voor en achterlicht en de claxon.

BRAVOK O - OLIE

Controle:

Het oliepeil moet op niveau zijn. De meeste motoren hebben een peilglas met 2 streepjes de olie moet hier tussen staan. Heeft je motor geen peilglas dan zit er vaak een peilstok aan de vuldop. Bij het peilen moet je de peilstok niet indraaien maar op de draad laten staan. Let er bij het peilen op dat de motor rechtop staat. Het meest handig is om de olie te peilen als de motor nog koud is. De olie zit dan nog onder in het carter. Dit is belangrijk i.v.m. een juiste indicatie van het oliepeil. Met warme motor kan de olie ook gepeild worden, wel 5 minuten wachten tot de olie is teruggezakt naar het carter.

Hoeveel en welke olie er bijgevuld moet worden staat in het instructieboek. Voor wat betreft de hoeveelheid is het over het algemeen zo dat het verschil tussen minimum en maximum meestal een 0,5 liter is.

BRAVOK K -KETTING EN KOELING

KETTING

Controlepunten ketting:

• Voor een langere levensduur van de ketting is het verstandig om deze regelmatig te smeren. Het beste kun je dit doen na een rit, wanneer de ketting nog warm is. Praktisch betekent dit dat je ongeveer elke 1000 km je ketting zult moeten smeren. Rij je in de regen of veel korte ritten dan zal je nog vaker de ketting moeten smeren.
• Je ketting heeft de juiste speling als de motor op zijn wielen staat en je de ketting midden onder 2 a 3 cm op kunt tillen. De ketting is versleten als je de ketting van het achter kettingwiel kunt tillen terwijl je de ketting midden onder op tilt. De ketting dient altijd tegelijkertijd met de kettingwielen vervangen te worden.
• Regelmatig de ketting controleren op slijtage en het wiel naar achteren verstellen totdat de juiste speling is verkregen.

KOELING

Controlepunten koeling:

• Het koelvloeistofniveau minimaal en maximaal vindt je op het expansievat Controleer of de koelvloeistof tussen minimum en maximum peil in staat. Controleer dit bij een koude motor alleen dan is het realistische peil af te lezen. (vloeistof zet uit als het warm wordt.)
• Om een goede werking van de radiator te waarborgen moet deze regelmatig schoongemaakt worden.
• Het schoonmaken dient via de achterzijde te gebeuren! Op deze manier kan het vuil wat in de radiator gekomen is er uit. Dit dient met zacht stromend water te gebeuren.

 Je kunt natuurlijk ook een afspraak maken voor een onderhoudsbeurt.